kanker

Nederlandsk

Substantiv

kanker hankøn

1. kræft

Bøjning

Best. Ental de kanker

Ental diminutiv kankertje

Flertal kankers

Flertal diminutiv kankertjes

Beslægtede ord og fraser

aardappelkanker alvleesklierkanker asbestkanker baarmoederhalskanker baarmoederkanker bacteriekanker beenmergkanker bloedkanker boomkanker borstkanker borstvlieskanker botkanker buikvlieskanker darmkanker eierstokkanker grafkanker hoefkanker huidkanker keelkanker kraakbeenkanker leverkanker longkanker longvlieskanker lymfklierkanker maagkanker mondkanker muurkanker nierkanker ovariumkanker pancreaskanker pigmentkanker prostaatkanker schildklierkanker slokdarmkanker steenkanker teelbalkanker testiskanker volkskanker waterkanker zaadbalkanker kankerachtig kankerbestrijding kankerbloem kankercel kankercentrum kankeren kankergezwel kankerherrie kankerhoer kankerhond kankerinstituut kankerlijder kankerlijer kankerneurose kankernicht kankeronderzoek kankerpit kankerroos kankerspecialist kankerstok kankertherapie kankerverwekkend kankerzooi

Kilder

• „kanker“ i vanDale woordenboek