condoom
Udseende
Nederlandsk
Etymologi
Udtale
Substantiv
condoom intetkøn
- kondom
- Alleen maar met een condoom!
- Men kun med kondom!
- Alleen maar met een condoom!
Bøjning
Best. Ental het condoom |
Ental diminutiv condoompje |
Flertal condooms |
Flertal diminutiv condoompjes |
Kilder
- „condoom“ i vanDale woordenboek